Alpilles, dat kent u natuurlijk omdat Vincent van Gogh daar in een inrichting heeft gezeten en veel van de plaatselijke cipressen heeft vereeuwigd, maar als wijngebied staat het niet heel hoog in de beroemdheidsrangorde.
Qua verkoopbare naam hadden ze hier liever net als naaste buurtjes Les Baux de Provence geheten.
Malen ze op Mas Sainte Berthe niet om. Daar weten ze waar het om gaat in het leven. Ware wijn maken.
En dat doen ze dan ook. In rood, rosé en wit. Hun wit bestaat voor de helft uit de gulle, fruitige grenache blanc, maar smaakt gelukkig slank en ingetogen. Het probleem met Zuid-Frans wit is dat het zwaar en log kan zijn. Fijn, al die zon, maar de warmte maakt de druiven overrijp, de wijnen alcoholisch.
Niet hier. Een elegante, zonnige witte wijn met sierlijke zuren. Dankzij de 17% sauvignon voorzien van frisse voorjaarsgeuren, terwijl de veel te onbekende rolle, ook bekend als vermentino, met z’n fijne kruidige geuren en een piets munt ons doet beseffen dat we toch veel vaker Zuid-Frans wit zouden moeten genieten.
Druif ugni blanc, ook hier weer als laatste genoemd, doet niet mee voor spek en bonen, maar toont dat ook een druif waarover niemand ooit iets vriendelijks zegt in de handen van een zeer bekwame wijnmaakfamilie onmisbaar kan zijn.