Wijn met een anekdote. Een aantal jaren geleden keurde een gast in het Londense restaurant Zafferano een door hem bestelde fles Petrus 1961 van 25.000 euro af vanwege het ontbreken van de officiële Petrus-stempel op de capsule. Om niet van de dorst om te komen, bestelde hij een fles Château Mouton Rothschild 1945 van 27.000 euro. Als het aan de importeur van deze Château Trocard had gelegen, had de liefhebber beduidend voordeliger uit kunnen zijn. Op zijn website prijst hij deze single-vineyard-merlot aan als ‘Petit Petrus’. De prijs is in ieder geval klein: € 12,95.
Nu heb ik overigens weleens vaker te maken met ontdekkers die hun wijn geweldig vinden, terwijl die na proeven alleen maar geweldig vies bleek te zijn. In dit geval echter krijgt voornoemde invoerder zelfs bijval van collega Cees van Casteren. Toch ook niet de eerste de beste, want: Master of Wine (een van de drie die Nederland rijk is en ik ben niet een van die twee andere), druivennatboekenschrijver en gevierd wijnscribent voor De Gelderlander. Ook die toonde zich tevreden.
En kijk aan, ik hoor ook niet tot de mopperige soort. Ik beleefde groot plezier aan dit kleintje. Want romige, zwoele en kamerbreed gevulde Merlot. Rijpe pruimelarij, zuur-zoete bessen en frambozen, sweet spices en een vanilleflinter. Er was geen smaakpapil die zich beklaagde over het ontbreken van een officieel stempel. Ofschoon inmiddels wel officieel Terra Vitis. Vriendelijk voor milieu en medemens, en dus ook voor de portemonnee. Hoe kan het allemaal?