Vulkaanwijnen. Je zou er een boek over kunnen schrijven. Heeft John Szabo ook gedaan. Voor de hand liggende titel: Vulcanic Wines. Staat hier ook in de kast. Beter gezegd, het ligt op mijn nachtkastje. Waar mevrouw Hamersma daar kookboeken heeft liggen – culiporn – heb ik daar dus wijnwerken – wineporn. Voor het slapen gaan nog even een wat opwindende plaatjes of verhalen doornemen. En vervolgens dromen over de ‘salt, grip and power’ die dergelijke wijnen standaard in hun DNA hebben.
Nu meent men vaak dat vulkaanwijnen zwaar, heftig en smeulend tot ons komen. Wat een misverstand. Met name het rood van pure nerello mascalese van Pietro Caciorgna is van een onwaarschijnlijke lichtvoetigheid. Ik proefde al eens zijn 2015: frêle rood fruit, kokette cassissignalen, spatje bramenlikeur om vervolgens de zuren behendig langs wat rookpufjes te sturen. De vulkaan was ook in 2016 actief. Het fruit ontdaan van warmte, bijkans koel en verfrissend. 'Werkt de vulkaan nog wel? Of is-ie uitgedoofd? Is het eigenlijk wel een vulkaan? Is het geen ijsberg?' vroeg ik mij af.
Zodoende nieuwsgierig naar de 2017. Hoe laat de berg hier van zich horen? De warmte is terug. Van zuidelijke zon en bloedsinaasappelschilletje. Enorm cassisstoot, voluptueuze kersen, rode grapefruit, spicyness. Twijfelwijn: want oplegpotentie en toch al zo ontzettend fijn drinkbaar.