Druif albariño schijnt in lang vervlogen tijden in de handbagage als rieslingachtige van een monnik vanuit Duitsland in het noorden van Spanje te zijn beland. Over de Caminho de Compostela, zeg maar het Pieterpad voor gelovigen.
In Rias Baixas levert-ie fris en energiek wit op. Dit is een uitvoering waarin de wijn gedurende 5 maanden in een roestvrijstalen tank op zijn droesem verblijft (sobre lías) tot het bottelen. Dat maakt zo’n albariñ0 minder sober van smaak. Zijn eigen gistcellen hebben vervolgens voor extra geur- en smaakimpulsen gezorgd.
Een en ander is vervolgens gevangen in een blauwe fles waarin we groene appel, oranje perzik, gele peer, witte besjes, rode meloen en gele citrus treffen. Kleurrijk wit en toch kraakhelder. Hoge doordrinkfactor.
Als de fles leeg een flinke wandeling maken en daarna rustig opnieuw beginnen.