Les Baux-de-Provence is een stukje in het verre westen van Provence dat bij velen vooral bekend is om z’n Michelinrestaurants, plus bijbehorende clientèle in kostbare automobielen, en verder door het beroemde domein Trévallon.
Verder maakt men er uiteraard rosé, maar minder dan iedereen denkt: zo’n twintig procent, de rest is rood en wit.
Daar zit natuurlijk, helaas, rosé bij die verkocht en gekocht en gedronken wordt op z’n naam.
Maar er zit ook rosé bij als deze, die je laat proeven dat die naam en faam terecht is. Rosé die niet laf, log of limonade-achtig is, de zonden waar vele rosé’s mee behept zijn, maar rosé die echt volwaardig wijn is. Sjiek smakende rosé, ook nog, op het niveau van Michelinsterren. Deftig, statig, streng.
Met kersenfruit van de 69% grenache, plezant wat pittig peperigs van 13% syrah, een vleug tabak van de 5% mourvèdre, de statige rechte ruggengraat van 8% cabernet sauvignon en het vrolijke rode fruit van gezelligheidsdier cinsault. Allemaal natuurvriendelijk en binnenkort ook officieel biologisch vertroeteld.
En dat alles voor een prijs waarvoor je van menig kapsonerprovencerosé nog niet een karig glaasje krijgt.