Toevallig viert de druif lagrein dit jaar zijn 500-ste verjaardag. Al in het jaar 1525 werd hij voor het eerst vermeld. We hebben dus te maken met een dinodruif. Maar gelukkig voor ons nog niet uitgestorven. Reislustig kunnen we hem bepaald niet noemen. Je vindt lagrein bijna uitsluitend in Trentino en Alto-Adige.
Als de lagrein dan eenmaal strompelend is opgestaan uit zijn oude stoel, moet je rekening houden met een rustiek zuurtje, een flinke bak tannines en een verrassende eigenheid. Zowel liefhebbers van pinot noir als die van syrah komen aan hun trekken met lagrein. Want hij is prikkelend en dartel met een stoppelbaardje en een gestrekt been.
Geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. Met andere woorden: we gaan er iets bij eten. Het liefst wild. Maar die zag je al van mijlenver aankomen.