De opmaat naar de barolo’s van Burlotto. Maar junior blijkt een grote wijn. Voor de 2014 die ik vorig jaar proefde noteerde ik: ‘Het zwartglanzende van een ouderwetse kolenkit. En dan is rokerigheid nimmer ver. Het aanbaksel in een koekenpan (niks Tefal!) na een baksessie met groot, rood vlees. Hoogglans donker fruit. Het sap, de spanning.’ Toen was daar vorig jaar de 2015-editie, een jaar waarin het noorden van Italië voortreffelijk bedeeld werd. En de liefhebber mocht juichen. Instaprood van Commandant G.B. Burlotto, Piemonte-pionier. Hij was het die in 1880 als eerste top-barolo maakte en bottelde. En zijn erfgenamen nemen hun erfenis serieus. Nu hielp 2016 ook wel mee: ‘mogelijk topjaar’ melden de Piemonte-watchers. Terwijl zij kijken, ga ik proeven. Het bittergrit. Het zwartslijpsel. De duisterpraktijken. De tanninetank. Ach hemeltje, wat vind ik goeie nebbiolo toch lekker. Zelfs terwijl het nu nog een enigszins nederige uitvoering betreft.