‘Chianti die aan médoc doet denken’, schreven we vorig oogstjaar over deze Brolio. Daar is in een jaar tijd nog niets aan veranderd. Misschien wel leuk om even terug in de tijd te gaan. We gaan naar het jaar 1141. Ja, je leest het goed: 1141. Al 884 jaar maakt de familie Ricasoli Chianti.
Sterker nog. In 1872 was het patras familias Baron Bettino Ricasoli himself die de ideale receptuur voor Chianti bedacht: ‘Mi confermai nei risultati ottenuti già nelle prime esperienze cioè che il vino riceve dal Sangioveto la dose principale del suo profumo (a cui io miro particolarmente) e una certa vigoria di sensazione; dal Canajuolo l’amabilità che tempera la durezza del primo, senza togliergli nulla del suo profumo per esserne pur esso dotato; la Malvagia, della quale si potrebbe fare a meno nei vini destinati all’invecchiamento, tende a diluire il prodotto delle due prime uve, ne accresce il sapore e lo rende più leggero e più prontamente adoperabile all’uso della tavola quotidiana.’
Oftewel: men neme de lokale druif sangiovese, gecombineerd met kleine hoeveelheden canaiolo en malvasia. Die laatste is inderdaad een witte druif.
Daar is men later gelukkig van teruggekomen. Tegenwoordig moet Chianti nog altijd minimaal 80% sangiovese bevatten. De overige 20% mag worden aangevuld met merlot, cabernet sauvignon, (nog altijd) canaiolo en colorino. Die laatste druif (de Toscaanse petit verdot) vind je voor 5% terug in deze Brolio.
Het resultaat is klassiek. Zonnig, herfstig en deftig. Dit jaar nog iets meer afgeslankt, zonder zijn pezigheid te verliezen. Strakke zuren, en behapbare tannines met kersenbonbons bij de ristretto.