Verdejo negro: de Spaanse naam voor trousseau, de druif waar in de Jura voor gejuicht wordt. Klinkt toch wat sympathieker dan de Portugezen die 'm bastardo hebben genoemd. Enfin, in de Jura levert het vaak een subtiele, levendige rode op. Transparante kers, vlezig, paddenstoel, fluwelen bank, donker satijn, frisse donkere avond met hier en daar een schitterende ster.
In het noorden van Spanje presenteert deze zich wat strakker en directer. De meer dan honderd jaar oude stokken zorgen voor donkere kersen, bessen, laurierdropjes en fraaie, koele zuurpartijen. In restaurants ter plaatse schromen ze niet om 'm te serveren bij cachopo, een 'sandwich' bestaande uit twee kalffilets, ruimhartig gevuld met ham, kaas, paddenstoelen en paprika.