Veertig tot tachtig jaar oude stokken nerello mascalese. Hand geplukt. Zacht geperst. Bij het proeven van eerdere Etna-rosso’s heb ik weleens genoteerd dat het misschien wat makkelijk is om bij vulkaanwijnen associaties met rokerigheid te maken, maar die zijn er dan ook degelijk wel. In dit geval slierten draaiend rondom pruim, bitterzure kersen, zwarte peper, specerijen en vanillestokjes. Zoveel minder woest dan wat je van een vulkaanwijn zou verwachten.