Eigenwijze wijnmakers. Daar houden we van. Wars van vaste regels. Verplichtingen. En te doen gebruikelijke conventies.
Welkom op Domaine de la Bongran. Misschien wel het meest bijzondere domein van de hele Bourgogne. Vader Jean Thévenet ging altijd volledig zijn eigen gang. Hij maakte zelfs – als de weersomstandigheden dat toelieten – ter plekke zoete wijnen met door botrytis aangetaste druiven. Zoon Gautier heeft inmiddels de leiding over het domein overgenomen en wil volgens ‘anderen’ ook al niet deugen. Kortom, hij zet de familietraditie voort.
Dat is er eentje van laat oogsten (de Thévenets beginnen meestal pas te oogsten als de rest van het dorp al klaar is), de rendementen laag houden en de wijngaarden biologisch bewerken. Tijdens een lange, langzame vergisting wordt zo weinig mogelijk ingegrepen, gevolgd door een lange rijping van de wijnen, op cuve, deels op foeders, grote houten vaten.
Hierna wordt de wijn nog een rijping op fles gegund van minimaal een jaar. Gautier benadrukt – met enige valse bescheidenheid – dat het grote geheim van zijn wijnen niet de manier van wijn maken is. Dat is het terroir: marne blanche. Vergelijkbaar met de ondergrond van Corton-Charlemagne.
Eerder proefden we al 2008. Heerlijke balans tussen tropisch fruit en frisheid. Tussen romigheid en mineralen. De 2009 met wat minder zuren en wat meer truffeltjes. Verder met oogstjaar 2010. Zeer opwindend. Met een prachtige balans tussen zuur en zoet. Tussen gewicht en lichtvoetigheid. Tussen slow wine en ongekende opwinding.
Tot deze 2017 ten tonele verscheen was de 2011 de laatste oogst die we proefden en die schaarde zich moeiteloos in het illustere rijtje ofschoon er geen sprake was van een jubeljaar. Dat is het nu wel weer. Verrukkelijk geparfumeerd, lichtzinnig en frivool. Toch ook de fikse diepgang van rijp fruit en vulling om vervolgens bijna transparant af te drinken. Buitengewoon.