Als je vanaf Lissabon een stukje richting het Noordoosten rijdt, kom je in een van oudste wijngebieden van Portugal. Ribatejo. Of eigenlijk vanaf 2009 gewoon Tejo. Langs de rivier de Taag (Tejo) ligt dit gebied in het hart van Portugal. Mede door de rivier is de vrij vlakke Taag-delta enorm vruchtbaar en werd in deze regio voornamelijk grote hoeveelheden toch wat eenvoudige wijn gemaakt. Maar tijden veranderen en ook hier zijn ambitieuze wijnmakers te vinden. Wijnmakers met oog voor traditie en de vele lokale druivenrassen die er te vinden zijn. Een van die druiven is fernão pires. Het meest aangeplant in Portugal en ó zo typisch voor Tejo. Deze productieve druif was op die vruchtbare bodems van Tejo natuurlijk perfect voor het maken van massa-wijnen. Maar bij Quinta da Lagoalva hebben ze begrepen dat de wijnstokken op de minst vruchtbare en meer kalkachtige bodems de beste kwaliteit oplevert. En dat geeft een wijn met energie en mineraliteit. Rijpe limoenen en frisse grapefruit. Lentebloesem en venkel. Sappig en Dorstlessend. Zomer wijn.