Hongaars wit waar je wat van opsteekt. Tornai is de naam van producent. Nagy-Somló de streek. En Zenit de druif.
Nagy-Somló ligt 40 kilometer ten noorden van het Balatonmeer. De streek is vernoemd naar de Somló, een uitgedoofde onderwatervulkaan van 432 meter hoog. Dankzij zijn bijzondere vorm in het landschap heeft hij de bijnaam ‘De hoed van God’.
Nagy-Somló staat bekend om zijn bijzondere bodemgesteldheid met mineraliteit, vuursteen en een bepaalde ziltigheid in alles wat er vandaan komt. Het draait hier dus meer om de plek, dan om de druif.
Over druiven gesproken… Zenit is een door de mens gemaakte kruising van de druiven ezerjó en bouvier. Bij de echte druivennerds gaat er dan gelijk een lampje branden. Ja! Daarmee is zenit een volle broer van die andere kruisingen uit de stal van Ferenc Király: zengö en zeusz.
Terug naar de wijn. Dit zouden we bij De Grote Hamersma omschrijven als een kruising tussen Pouilly-Fumé en Friulano: pittige zuren, krachtige smaak, kakstrak. Met citroenen, grapefruitbitters, nog nét niet rijpe perziken en een afgestreken lucifer.
Oesterwater, saladebegeleider en spicy Asian foodlover in één. Daar nemen we onze hoed voor af. Chapeau voor meneer Tornai dat hij het gemaakt heeft, en voor Anfors Imperial dat ze het gevonden hebben!