Grauburgunder uit Frankenland, aan de Duitse kant van de Rijn tegenover de Franse Elzas. In Frankrijk zou hij pinot gris hebben geheten. Maar ook anders hebben gesmaakt. Voller, rijker, vetter, mogelijk ook zoeter. Maar de Duitsers scheppen er eer in om het wat kleiner te houden.
De kwaliteit zit hier in de ingetogenheid, in de subtiele zuren, de frisse mineralen en het beschaafde alcoholpercentage. Een verfijnde raswijn. Bij zijn Vivino-broertje gemaakt van de silvanerdruif spraken we van een licht geparfumeerd bergbeekje. Hier is het een wat breder stroompje geworden. Nog steeds genoeglijk kabbelend, maar met een iets diepere smaak. Top voor bijzonder weinig, en dus weer een ster.