De naam van de druif, lagrein, klinkt niet echt Italiaans. Kan kloppen. Komt namelijk uit Südtirol. Klinkt ook al niet Italiaans, maar dat ís het wel. Alto Adige noemen de Italiaans sprekenden het.
De vroegste vermelding van lagrein gaat terug tot het jaar 1526. Schijnt dat hij uit Val Lagarina komt (vandaar de naam). Dan zitten we in Trentino. Lagrein is ampelografisch een kleinkind van pinot en een volle neef van syrah. En zo smaakt hij ook.
'Rustiek' is het toverwoord dat past bij deze druif. Boers, karakteristiek, getekend. Als een oude rimpelige man. Maar dan wel één, die een hoop te vertellen heeft. Smeuïge verhalen met onnodig veel details. Verhalen die altijd goed aflopen.
En dan is Rubeno nog de fruitige variant van het huis. Krachtig en soepel. Perfect in balans. En volgend jaar is het natuurlijk helemaal feest. Want dan vieren we het 500-jarig bestaan van lagrein.