Er was een tijd dat het stuk vlees dat nu ribeye heet in de sudderpan ging als riblap. Het werd als te taai beschouwd om als biefstuk te kunnen eten. Dus waar kwam de promotie vandaan? Van betere koeien. Vleeskoeien, zogezegd. Nu roosteren en bakken we dat fantastische deel in gulle plakken. Vakantiegangers: in Frankrijk noemen ze het entrecote, terwijl onze entrecote daar faux filet heet. Leuk hè, taalverwarring.
Wat drink je bij een ribeye? Je mooiste rode. Onze wijnspijswijzer noemt Cabernet Sauvignon en Syrah, maar dat mag je breed opvatten. Médoc heeft veel CB aan boord bijvoorbeeld, en de grootse wijnen van Cornas en de Hermitage, het noordelijke Rhônegebied, zijn van de syrahdruif. Ribeye heeft immers de ideale eiwitten en vetdooradering om tannines smeltend te laten smaken, dus kom maar door met de rode wijn. Barolo? Ja hoor. Brunello? Zeker. Maar ook een betaalbare Australische Shiraz of Cabernet zet in deze carnivore situatie zijn beste beentje voor.
