Friulano. Sommigen verwarren hem met furmint, anderen met riesling, muscadelle of sauvignon blanc. Dat is het allemaal niet, maar het geeft wel een beeld wat je mag verwachten qua smaak. En in de druivenbijbel van collega Jancis Robinson wordt friulano zelfs niet als aparte druif vermeld. Sauvignonasse. Dát is de ampelografische benaming voor wat we nu in het glas hebben.
Sauvignonasse komt oorspronkelijk uit Bordeaux en stond daar mondjesmaat aangeplant tussen de sauvignon blanc en de sémillon. Vond aan het begin van de negentiende eeuw zijn weg naar Friuli. Werd daar liefkozend omgedoopt tot 'de druif uit Friuli', oftewel Friulano. En zo noemen ze hem vandaag de dag nog in Collio.
Die aparte DOC staat bekend om zijn ponca bodem: een mengsel van mergel, zandsteen en fossiele schelpen. Die geven een minerale ziltigheid aan de wijn. Daarnaast proef je gele appel, nerveus gehakte groene tuinkruiden, grapefruitbitters en beschaafd amandelschaafsel. Een echte eetwijn, die je niet te koud moet serveren bij Prosciutto di San Daniele, sardines of vitello tonnato.