Kaiserstuhl: het mooiste microklimaat van Baden. Warm, vulkanisch (dat gaat wel vaker samen) en de perfecte omstandigheden voor, met name spätburgunder, oftewel pinot noir.

Höfflin: natuurvorser sinds 1974, het jaar dat er werd overgeschakeld op biologisch wijngaardenieren. Tikkie eigengereid is ie, onze Matthias, met heel eigen ideeën over wijn maken:

‘In de afgelopen dertig jaar zijn de technische en chemische mogelijkheden van wijnmaken steeds verder geperfectioneerd. Het is gemakkelijk geworden om wijn te produceren met een oppervlakkige fruitigheid die kunstmatig gestabiliseerd wordt en drinkplezier garandeert.

Maar wijn kan veel meer. Wijn kan ons iets vertellen over zijn oorsprong. Over landschappen, over het weer en over de wijnmaker. Bij mijn wijnen heeft het fruit een ondergeschikte rol ten gunste van een complex mondgevoel.

De wijnen openen de deur naar een nieuwe wereld van smaken. De zintuiglijke indruk kan verbazen, ontroeren of puur genot voor het gehemelte zijn. Misschien is dit wel de smaak van wijn in onvervalste vorm.’

Aldus Matthias, die zodoende ook niet rept over zijn ‘wijndomein’ maar over zijn experimentele ‘WeinWerkstatt’. Het leverde ‘m loftuitingen, schouderklopjes en sterren op in de toonaangevende wijngidsen als Eichelmann, Fallstaff en Gault-Millau. Maar vanuit de officiële instanties een degradatie van de felbegeerde Kaiserstuhl regioduiding naar Badischer Landwein omdat hij niet alleen zijn druiven met voeten treedt maar ook de regeltjes.

Wie daar niet gevoelig voor is, proeft zijn ongefilterde, licht be-eikte spätburgunder. Natuurlijk: kersen, in vele soorten, maten en verschijningen. Maar ook kleine pruimen, zwarte bessen, een zucht kruiderij, milde tannines en kokette zuren.

Prestige? Eigenlijk vinden we dat helemaal geen woord voor Höfflin.