Bij valpolicella denken de meeste mensen aan ripasso en amarone. De krachtbeesten uit de streek, waar een groot publiek voor te vinden is. Je zou bijna vergeten dat de oorspronkelijke ‘normale’ valpolicella een wijn is, die je gerust zou kunnen vergelijken met een beaujolais.
Lichtvoetig, op het fruit gemaakt en aangenaam zachte en vriendelijke tannines. Rood dat ook licht gekoeld geserveerd mag worden. Graag zelfs. Het liefste in combinatie met een carpaccio of een steak tartare. Het is eigenlijk: fris, licht zomerrood waar je het hele jaar door blij van wordt.
Droppig met zoethout en laurier. Maar ook rode kersen, frambozen, aalbessen, cranberries en rozenbottels. Geen krachtpatser, maar juist een fruitige doordrinkwijn, met ook maar 12,5% alcohol, die het van zijn vedergewichtsklasse moet hebben. En dat levert hem juist zo’n hoge score op.